't Glanst maar 't is koud
Kijk wat een mooie buitenkant
Met ons was nooit iets aan de hand
En in ons zelfgebouwde luchtkasteel
Waren we gelukkig
Niets bewees het tegendeel
Zo lief en aardig voor elkaar
We waren het gedroomde paar
We leefden in volmaakte harmonie
We hadden de problemen allang onder de knie
Het glanst maar het is koud
Geen vonk onder de haard
Die nog herinnerd aan hoe warm het vroeger was
Dat laatste beetje vuur dat doofde op de duur
We hebben het gemaakt in minder dan geen tijd
Maar waar het ons om ging dat raakten we snel kwijt
Blind van klatergoud het glanst maar het is koud
We maakten onze dromen waar bezeten onverzadigbaar
We streefden naar de allerhoogste top
Bijna zonder moeite klommen we steeds hogerop
Nu sta ik hier en daar sta jij
Hoe eenzaam zijn we allebei
Een weg die stijgt en nooit of nimmer daalt
Hebben we bewandeld maar de top is nu het dal