Soms
Soms wil ik weer dat meisje zijn
Nog lief en kinderlijk en klein
Met fantasie en zachte haren
Soms vlucht ik terug naar lang gelee
Kabouters en een toverfee
De kleurterschool m’n kinderjaren
Soms als ik oude foto’s zie
Nog bij m’n vader op z’n knie
En met m’n moeder wang aan wang
Dan weet ik wat ik terug verlang
Die liefde en die veiligheid
Die koestering die kindertijd
Soms wil ik weer dat meisje zijn
Dat speelde in het raamkozijn
Met pannetjes en een fornuisje
En al die spelletjes van toen
Die zou ik over willen doen
Wie komt er in m’n huisje
Vakanties vierden wij in Heist
Daar werd in rust naartoe gereisd
De thermosfles gevuld met thee
Zo fijn voor in de treincoupé
En later werd het altijd wat
Ik dommelde in moeders arm
Je werd toen nog niet opgejaagd
Het leven ging toen niet zo vlug
Ik denk daar dikwijls aan terug
En heb me weleens afgevraagd
Wanneer je alles goed bekijkt
Wat heb je eigenlijk bereikt
Soms wil ik weer dat meisje zijn
Nog lief en kinderlijk en klein
Met fantasie en zachte haren
Soms vlucht ik terug naar lang gelee
Kabouters en een toverfee
Naar strik in ’t haar en schortje voor
Naar wat je uit in ’t kinderkoor
Een zomermiddag aan de zee
Een meisje speelt daar heel tevree
Haar ouders dichtbij alle twee
Soms wil ik weer dat meisje zijn
Soms wil ik weer dat meisje zijn