Onderweg

In het ochtendlicht, Kees start zijn rit,
Met zijn bestelbusje, gaat hij op pad.
Door dorpen en steden, langs velden zo groen,
Kees rijdt door het leven, met wat hij moet doen.

Oh, Kees in zijn bestelbusje, rijdt door de dag,
Met de radio aan, een glimlach die mag.
Geen berg te hoog, geen weg te lang,
Kees in zijn bestelbusje, met een zacht gezang.

Hij levert pakketjes, van groot tot klein,
Bij zonneschijn of regen, Kees zal er zijn.
Een praatje hier en daar, een kop koffie toegereikt,
Met iedereen een vriend, zo voelt het rijk.

Oh, Kees in zijn bestelbusje, rijdt door de dag,
Met de radio aan, een glimlach die mag.
Geen berg te hoog, geen weg te lang,
Kees in zijn bestelbusje, met een zacht gezang.

En als de avond valt, en Kees keert weer,
Naar het kleine huisje, wachtend op hem, keer op keer.
Hij weet wat hij waard is, in zijn eenvoudige bestaan,
Kees in zijn bestelbusje, zal altijd doorgaan.

Oh, Kees in zijn bestelbusje, rijdt door de dag,
Met de radio aan, een glimlach die mag.
Geen berg te hoog, geen weg te lang,
Kees in zijn bestelbusje, met een zacht gezang.

Dus hier rijdt hij, onze held zo fijn,
Kees in zijn bestelbusje, waar zou hij anders zijn?