Vrijheid
Hij houdt van haar lopen
Hij houdt van haar lachen
Hij houdt van haar dromen
En hij houdt van haar nachten
Hij houdt van haar mening
Hij houdt van haar getreiter
Hij houdt van haar stemmingen
En hij houdt van haar verwijten
Hij houdt niet van de spijt
Niet van gemaar
Hij houdt van de vrijheid
Dus van haar
Hij houdt van de zee
Hij houdt van het water
Hij houdt van entree
Hij houdt niet van later
Hij houdt van beweging
Hij houdt van de wind
Hij houdt van de verwachting
Omdat hij dat toekomst vindt
Hij houdt niet van de spijt
Niet van gemaar
Hij houdt van de vrijheid
Dus van haar, van haar
Hij let niet op de tijd
Hij denkt niet aan gevaar
Hij vermoedt de vrijheid
Samen met haar
Hij houdt niet van de spijt
Niet van gemaar
Hij houdt van de vrijheid
Dus van haar