November
Het is de oostenwind niet, en niet de regen
En niet die hagelbui ook al zit je daar tussen in
Het is niet het bladerafval in de stegen
Het korten van de dagen net zo min
Het is het kalen van de bomen niet –
Daar kan je tegen
Ook de koude laat je koud in zekere zin
Je leert je voeten een keer extra vegen
En je verliezen te bezien als licht gewin
Maar het is het besef na al die jaren
Dat nog die blinde gloed niet is getemd
Van het hart dat wild niet te bedaren
Steeds luider klopt in zijn steeds ruimer hemd
Zo raak je elke herfst somber gestemder
Dat maakt november ieder najaar meer november