Ballade van de vriendinnen van een nacht
Wel ben ik liever thuis dan in een kroeg
Maar daar sluipt 's nachts de stilte om me heen
En denken over jou deed ik genoeg
Dus blijf ik dan maar liever op de been
Want slapen gaat allang niet meer alleen
Alleen is maar alleen, ik ken de stad
Wanneer ik eenmaal lastig ben en zat
Is ieder lichaam even warm en zacht
En helpt vergeten wat ik eenmaal had
Zo ken ik mijn vriendinnen van een nacht
Wanneer de dag komt, zie ik pas mijn prooi
Daar naast me slaapt een onbekend gezicht
En blijkt ze 's morgens vroeg niet meer zo mooi
Als gisteravond met dat roze licht
Dan doe ik maar weer gauw mijn ogen dicht
Het was misschien wel fijn voor deze keer
Ik ga en kom na deze nacht nooit meer
En als ze mij ontmoet en vragend lacht
Dan denk ik: wie ben jij nu ook al weer
Zo ken ik mijn vriendinnen van een nacht
Soms droom ik half dat ik weer iets herken
Een geur van haar, een lach waarvan ik houd
Maar al te goed weet ik dan waar ik ben
Hier lig ik met een vreemde blote vrouw
En niemand op de wereld lijkt op jou
Maar blijf ik 's avonds thuis, dan wordt het stil
Die kamers vol van toen, ze zijn zo kil
Ik vlucht de stad in en ga weer op jacht
En breng mezelf opnieuw waar ik niet wil
Zo ken ik mijn vriendinnen van een nacht
Prinsesjes lief, als iemand jullie kwetst
Of sletten noemt of over zeden zwetst
Laat hem een ziekte krijgen vol venijn
We sliepen met elkaar en dat was fijn
En daarom heb ik niemand ooit veracht
Maar ik zal jullie altijd dankbaar zijn
Zo ben ik, mijn vriendinnen van een nacht